zondag 22 april 2012

Prachtige wanorde

Creatie van het zelf zonder chaos. Is het überhaupt mogelijk? Deze linke oersoep pruttelt op mijn fornuis en ik vraag mij af of ik bewust ben van alle toegevoegde ingrediënten. Het gebruikelijke receptuur luidt: ontwikkeling, prima, zolang er maar zo weinig mogelijk overhoop wordt gehaald. Chaotische taferelen graag vermijden. De touwtjes stevig in handen, schaapjes op het droge en alles netjes op zijn plek. Dat soort dingen dus. Hier ontstaat dan ook de paradox. Want op het moment dat ik mij vastklamp aan allerlei gewoontes en systemen van controle, dienen zich steevast omstandigheden aan die de vertrouwde systematiek danig in de war schoppen. Chaos dus. Maar vanuit die chaos ontstaat vervolgens een nieuwe orde, een ander besef van zijn, wat weer creatie is. En laat dat laatste nou net de beweging zijn waar het mij in beginsel om te doen was…

De vraag dan anders geformuleerd: waar ben ik zonder chaos? Alles blijft weliswaar bij het oude, maar dat strookt niet met de vurige behoefte aan groei. Maar om nou meteen een thrillseeker te worden? Zo radicaal hoeft het waarschijnlijk niet. Maar het kan vast geen kwaad mijn meningen ten opzichte van chaos wat te herzien. Een mening die enerzijds wordt gevoed door emotionele hechting aan een systeem van veiligheid, en anderzijds een houding van verzet tegen wat zich als onwenselijk aandient. Tja, dan is het vragen om problemen als het in de egobeleving even niet meezit…

Volgens de Britse bioloog Rupert Sheldrake worden systemen van gewoonte continue onderbroken door onverwachte omstandigheden en kansen tot ontwikkeling. Zo kan er ruimte ontstaan voor nieuwe voorwaarden en mogelijkheden. Er vindt dan als het ware een ontploffing plaats die transformatie van het individu mogelijk maakt. Je kunt je leven naar een ander plateau tillen waar het zich kan voegen naar de nieuwe waarden en uitgangspunten. De transformatie is dan niets anders dan het bewust worden van de eigen unieke dromen en verlangens. Het innerlijk weten ten aanzien van de eigen bestemming en daarmee in lijn gaan lopen. Een uitnodiging tot de integratie van tegenstellingen, het opgeven van verzet en afstemmen vanuit het hart.

Het is dan wachten op de volgende explosie. Maar de vraag is of dat dan nog chaotisch is. Chaos is niets meer dan een ‘state of mind’. De explosie is slechts. De omstandigheden zijn wat ze zijn. En wat ik er van vind doet er niet toe. Wat ik er mee doe, des te meer. Hoe meer ik op deze manier mij bewust wordt van onderbewuste dromen & verlangens, intenties & gevoelens, des te makkelijker deze te vertalen zijn naar de ervaringen die voorbijkomen. Wanneer ik zo creëer is chaos niets anders dan een explosie in een eeuwig patroon van prachtige orde.

vrijdag 2 december 2011

Tenminste houdbaar tot

Er worden koelkasten gebouwd om het bederf tegen te gaan. Dit draait vervolgens steevast uit op uitstellen en er veel te lang tegen aan hikken om de schimmelende meuk eindelijk eens weg te kieperen. Het voert dan doorgaans te ver om de neus in de buurt te brengen van vergeten waar dat een geheel eigen leven is gaan leiden. Het zijn overigens wel steeds vaker mooie koelkasten. Het oog wil tenslotte ook wat, om maar te zwijgen over de ingenieuze combinaties met vernuftige koelsystemen. We lijken steeds beter in staat de levensduur te verlengen. Houdbaarheid is rekbaar geworden. Maar ook tot in lengte der dagen? Ergens onderweg werkt het niet meer en valt het toch niet langer binnen te houden?

Al dat bewaren en conserveren riekt naar de diepe behoefte aan eeuwigheidswaarde. Prima behoefte, maar waar is toch het idee vandaan gekomen dat het zelf vaak een soort onveranderlijk geconserveerd en vooral eenzijdig beeld moet zijn? Een beeld dat louter warme, sympathieke en beminnelijke kenmerken heeft en associaties met fonkelende aureolen oproept. Wat hieraan niet voldoet wordt weggestopt en met harde hand koest gehouden terwijl de heilige wandel door dit tijdelijke leven met niet geringe inspanning wordt voortgezet.
Het is ook wel eens een lastige relatie, die met de persoonlijkheid. Daar zijn nu eenmaal ook de eigenaardigheden in meegenomen als ze er al niet in zitten opgesloten. De nare trekjes, de onhebbelijkheden, de schaduwkanten. En vul je eigen schaduwkanten zelf maar in. Maar jouw persoonlijkheid verschaft in al zijn volheid een ervaringskader. En juist deze ervaringen dragen in zich de eeuwigheidswaarde waarnaar zo wordt gehunkerd. Het ontkennen van delen van de persoonlijkheid is als het ontkennen van je essentie, waardoor alle aandacht vervliegt naar met name die zaken die een houdbaarheidsdatum hebben. En voor je het weet ben je aan het beheersen en probeer je het amechtig droog te houden.

Deze goddelijke dichotomie van de persoonlijkheid vraagt om integratie. Juist wanneer jij er helemaal mag zijn breng je beide aspecten van je polariteit naar een evenwichtig midden. Een persoonlijkheid die niet zozeer vastomlijnd herkenbaar is voor de buitenwacht, maar een persoonlijkheid die zich blijft ontwikkelen om te kunnen ervaren. Het karakter wordt dan ingezet als zichtbaar geheel in een fascinerend spel. Dan houd je van jezelf en ben je helemaal houdbaar.

zaterdag 10 september 2011

Het Inzicht voorbij

Het inzicht als eindstation. Kwartje gevallen. Doel bereikt, streep eronder. Klaar. Het inzicht, de begripstoestand, waarbij de dappere avonturier een verband legt tussen oorzaak en gevolg. Het leek mij een nuttige bezigheid en onderweg ben ik dokter geworden in het leggen van verbanden. Een hoop inzichten om prat op te gaan. Maar wat veranderde er werkelijk? Het inzicht bleek nooit de toverspreuk die al het onwenselijke naar het hiernamaals verwenste. Het inzicht als beloning na een periode van hard werken, verinnerlijking en diepe zelfreflectie? Als eindstation? Nee, kennelijk niet. Dus de vraag: waarom wil ik alleen een quick fix met als voorwaarde dat alles bij het oude blijft? Iets korter, wil ik wel veranderen?

Het inzicht kan overweldigend en sensationeel zijn. Wanneer alles op zijn plek valt, kan maar al te vaak het idee ontstaan dat er iets bereikt is. Dat inspanningen hun vruchten hebben afgeworpen en dat vanaf het moment van de inslag het allemaal anders zal gaan. De teleurstelling kan dan zwaar te moede zijn met het besef dat alles toch maar gewoon bij het oude blijft. Want, wat heb ik er dan aan om te snappen hoe het zit? Als ik dan even de arriveerdrang parkeer wordt het inzicht niet de eindbestemming maar een nieuw begin, een zoveelste begin van de reis. Een uitnodiging om door te gaan, de stoute schoenen aan trekken en ontregelen.   

Er wacht een vertrouwde vergadering om ontregeld te worden. Mijn inzicht is een hevige bedreiging voor de gevestigde orde. En dit pandemonium is in beleg om alles op alles te zetten dat het inzicht niet leidt tot blijvende verandering en het omver werpen van oude machtsstructuren. Het inzicht wordt omsingeld door subtiele overtuigingen die mij houden waar ik zit. Er worden allerlei slimme variaties bedacht op beperkende gedachten die de mond verlaten als briljante, zeer overtuigende, uiteenzettingen om alles te laten zoals het is.

Ik daal af en ontmantel met geduld, respect en liefde een samenzwering van draken & demonen. Stel autoriteit ter discussie, schrap bezuinigingsplannen, pleit voor grootsheid en overvloed en neem het eigen woord. In deze toespraak vallen geen ontslagen, krijgt iedereen waardering voor jaren trouwe dienst en praten we nog uren na met de benen op tafel. Niet zozeer over veranderen als wel versmelten. Het inzicht is heelwording en altijd en immer een beweging vooruit.

vrijdag 29 juli 2011

Jeuk

Hoe is het met de liefde? Wanneer deze vraag op mij wordt afgevuurd moet ik altijd even met een breinaald langs de binnenkant van het gips dat mijn hart omsluit om de jeuk te bestrijden. Op het eerste gezicht is de vraag hoe het met de liefde is van een buitengewone omvang. De liefde kent immers vele facetten, interpretaties, gelaagdheden en dimensies (maar misschien ook niet). Maar de liefde als wereldfenomeen, dat klets ik dus niet zomaar even weg. De vraag laat zich meten met andere, ook niet misselijke, vragen als: nog preoerknal suggesties? & hoe staat het tegenwoordig met je kijk op de werkelijkheid?

Gelukkig hoef ik mij ook niet te wagen aan een filosofisch traktaat. De vraag is natuurlijk niet zo bedoeld. Wel is ze goedbedoeld om inzicht te krijgen in de laatste scoops, projecten, potentials en ontwikkelingen in het romantisch-erotisch relationele domein van mijn leven. Nu begint liefde overeenkomsten te vertonen met de gezondheid: ben je beter, dan wordt er niet naar gevraagd. Zit je in de lappenmand, dan is de gezondheid een dankbaar onderwerp van gesprek. Wanneer ik dus de inertie, of zelfs het ontbreken van beweging überhaubt, beschrijf als 'geen nieuws, goed nieuws' is de teleurstelling zichtbaar en blijft medeleven niet lang uit. En voor ik het weet zit ik redding en beterschap in de nabije toekomst te beloven!

Het moet toch niet veel gekker worden. Maar dat wordt het wel nu het mij ook nog zóóó wordt gegund dat ik romantisch-erotisch relationeel geslaagd ben. Mijn hemel, ik wist niet er zo armoedig en leeg aan toe te zijn. Liefde als afwezigheid. Maar is dat ook werkelijk zo? Ik krijg herinnering aan The Matrix Revolutions waarin wordt gezegd dat liefde slechts een woord is, en dat niet het woord maar de verbinding die het woord impliceert van belang is. Kijk ik met deze ogen naar het woord liefde, dan zie ik overal om mij heen verbindingen en is het plaatje vol, kleurrijk en een drukte van belang. Enneh...geen zorgen hoor, die laatste restjes gips rondom mijn hart, daar wordt aan gewerkt.

zaterdag 23 juli 2011

Een man van principes

Het principe. Daaraan is een nobel mens te herkennen. Standvastig en onwrikbaar in opvattingen. De man van principes, of vrouw, het is mij om het even, is verworden tot een deugd. Het stralende ideaal waarnaar gestreefd wordt. Iemand in bezit van duidelijke principes, je weet wat je er aan hebt. Helder en zeker. Kijk, dat hebben we nodig. Toch? Welnu, ik kan mij tegenwoordig een weinig deugdzamer activiteit bedenken dan het om zeep helpen van een smetteloze deugd. De deugd als delinquent opsporen, publiekelijk nagelen & beschimpen om deze tot besluit met een snelle executie de laatste eer te bewijzen. Daar kikker ik van op.

Het principe is niets anders dan een zoveelste poging tot controle die de behoefte aan voorspelbaarheid moet bevredigen. Afstappen van een principe wordt in het dagelijks verkeer al snel bestempeld als wispelturig en onbetrouwbaar. De zekerheid van karakter dwingt de karakterloze tot het opstellen van vaste waarden in het veld. Waarbij het hele speelveld een dor en vreugdeloos toneel wordt.

Ik pleit voor een open transfersysteem zonder vaste waarden. Weg met wurgcontracten en welkom ongebreideld opstellen, ervaren en weer loslaten. Zet nieuwe aankopen in, de gretigheid van de jeugd en verkoop door wanneer het niet meer past, niet meer werkt. De arena is het toneel waar alles ervaren mag worden. Opvattingen werken, totdat ze niet meer werken. Dan is het tijd om afscheid te nemen.

Mocht er al een deugd bestaan, laat dan die deugd zijn; trouw aan jezelf. Een zelf dat wil spelen, creëren, ervaren en beleven in plaats van zich te laten beteugelen door allerlei principes en opvattingen die het over zichzelf heeft gekunsteld. Dit zelf begrijpt dat niets zeker is, en alles, gelijk de werkelijkheid, voortdurend aan verandering onderhevig is. Beweeg mee op jouw eigen unieke weg en ervaar wat jou op die weg dient. Daaraan is een vrij mens te herkennen. Maar wees daarin vooral niet principieel.

vrijdag 17 juni 2011

Doen door ontdoen

Wie ben ik? Ik ben. Zoveel is zeker.
Maar dan? Kennelijk is die zeldzame zekerheid niet genoeg als ik kijk naar de hoeveelheid energie en het trouwe fanatisme dat ik stop in het bouwen van mijn identiteit. Het hebben van een identiteit...identiteit als bezit? Gek idee. Tja, het verdient enige overpeinzing. Maar omdat ik het idee heb mijn identiteit te kunnen ontlenen aan originaliteit, is het onderwerp van overpeinzen, gezien zijn populariteit, niet echt een vormende bezigheid. Ergens is dit hele identiteitsbouwwerk als Gaudí's Sagrada Família; nooit af. a Never ending work in progress. Hoeveel ambities, prestaties, aanzien en status ik ook najaag. Ik zou dus kunnen stellen dat ik identiteit onder meer ontleen aan de resultaten van mijn inspanningen.

Het antwoord op de vraag 'Wie ben ik?' ligt volgens deze werkwijze ergens in de toekomst. Als het bouwwerk af is. Wanneer het is volbracht. Maar wat ik ook doe, echt veel dichter bij dat moment kom ik niet. Er wordt gezegd: 'Doe niets, alles is goed'. Doe ik echter niets, dan begint het te knagen. Want wie ben ik als ik niets doe, nergens op reageer, nergens wat van vind? Wat blijft er dan nog van 'mij' over? Dus maar van alles bedenken om te kunnen doen. Belangrijke dingen, uiteraard. Maar daar kom ik vervolgens niet echt aan toe. 'Alles faalt tot ik het nalaat' dichtte Hans Verhagen, en zo is de cirkel weer rond.

Het zit 'em in de hechting die bestaat op het moment dat het doen wordt gedreven door de uitkomst van het handelen. Het doen is niet iets op zich zelfstaands geworden, maar afhankelijk van hoe het beoordeeld en ontvangen wordt. Daar zit geen vrijheid in. Het is dan ook niet het doen, maar het resultaat van het doen dat zorgt voor het misplaatste identiteitsbesef. Al die wanhopige idealen, meningen en ambities in de hoop iemand te kunnen zijn. En van de weeromstuit in lethargie verzinken uit angst voor de mislukking van niet zijn. Het is een zichzelf voedende bezigheid die blijft bouwen aan de illusie van identiteit. De kerk die nooit af is.

Wat dan nu te doen? Meedogenloos afbreken. Mijn heilige huisjes tot de grond toe af branden. Wat er nu staat tot de laatste steen toe afbreken. Alle verwachtingen, doelstellingen, meningen, opvattingen en overtuigingen. Dit jarenlange bouwwerk neerhalen. Mij ervan ontdoen. Doen door ontdoen. Doen door ontdoen. Misschien dat er dan een antwoord komt. Maar ik vermoed van niet. Er zal geen antwoord zijn omdat de vraag er niet meer is.

donderdag 9 juni 2011

Gezocht: bril

De spirituele zoektocht, de oneindig lijkende queeste naar zin en betekenis, komt op mij steeds meer over als het klassieke verhaal van de zoekgeraakte bril: deze rustte immers al die tijd doodleuk op de eigen neusbrug. We kijken dwars door hetgeen we zoeken naar allerlei oplossingen buiten onszelf. Vergeetachtig zoeken in alle gaten en hoeken, het overhoop halen van laden en uit pure ontreddering de meest niet voor de hand liggende plekken raadplegen. Dat soort dingen. Niets te vinden natuurlijk. Of zie ik dat niet scherp genoeg?

Het begint allemaal met de notie dat er iets wordt gemist. Zeg maar, er is iets verloren geraakt. In mijn geval was dat alarmsignaal het lezen van een tweedehandexemplaar van Hermann Hesse's Narziss & Goldmund. Alleen al de weeïge geur, een blend van de verschillende bezitters voor mij, die opsteeg uit de vergeelde bladzijden appelleerde aan iets onbeschrijfelijks. Hesse deed dan toch een poging met zijn roman en vertelde mij: volg je hart, je bent je eigen autoriteit, leef jouw droom. Droom? Wat nou droom!? Dit boek was een soort wakker worden. Alsof mijn naamgenoot mij stevig bij de schouders greep en liefdevol door elkaar rammelde. Paulo de Coelho deed vervolgens hetzelfde met 'De Alchemist' door mij aan te sporen mijn eigen legende te volgen. Zelfde ijsje, andere smaak.

Ik begon vol goede moed aan de tocht en meende te luisteren naar mijn wijze raadsheren. Ik liet mij inspireren door andere schrijvers. Er kwamen coaches, therapeuten, oosterse wijsheden, gesprekken, workshops, trainingen, retraites, en meditatie. Jawel, het is heerlijk laven aan andermans inzichten en wijsheden. Maar het waren niet mijn wijsheden. De zoektocht werd een doel op zich en ergens buiten mijzelf was 'de' oplossing te vinden. De paradox is dat er dan soms iemand langs komt die je vertelt niet naar hem te luisteren, maar je eigen waarheid te zoeken. En zo kwam Joseph Campbell op mijn pad, althans zijn geschreven nalatenschap. En weer klinkt het: vind je eigen weg, volg de stem van je hart, leef je persoonlijke mythe en bestemming. Precies wat Hermann en Paulo jarengeleden al toefluisterden. En dan merk ik dat al die tijd de bril die ik zocht, ik op mijn gezicht droeg.

En nu is het alsof de circel rond is. Waren al die inspanningen dan voor niets? En, is het dan nu klaar? Twee keer nee. Eerste nee: dankzij de reis ben ik daar gekomen waar ik moet zijn. Tweede nee: Het is een nieuw begin en ik ga verder. Misschien ontmoet ik je onderweg. Dan zal ik tegen je zeggen: 'volg je eigen weg. Leef jouw bestemming.' Maar luister vooral niet naar mij...